Luis de Gongora
De Spaanse dichter Luis de Gongora werd geboren in 1561. Hij schreef in de stijl van het Culteranismo, waarbij vele metaforen gebruikt worden om de lezer te intrigeren. Daartegenover staan de werken van zijn rivaal Francisco de Quevedo, die schreef in de stijl van het Conceptismo.
Beginjaren
Luis de Gongora kwam uit een rijke familie. Zijn vader was een gerespecteerde rechter en zijn moeder kwam uit een iets minder welgestelde familie. Hij nam de achternaam van zijn moeder aan om zijn "pure christenbloed" te benadrukken, iets wat in die tijd belangrijk was. Toen hij nog maar vijftien jaar was, begon hij recht te studeren aan de universiteit van Salamanca. Hij werd erkend door de buitengewone schrijver Miguel de Cervantes, die Don Quijote heeft geschreven. Cervantes uitte zijn waardering voor de werken van Gongora in 1585, toen La Galatea gepubliceerd werd.
In 1605 werd Gongora als priester ingewijd en werkte hij een tijdje als kapelaan van koning Filips III. Hij had een levenslange vete met zijn rivaal Quevedo, waarbij beiden de ene beschuldiging na de andere naar mekaar gooiden en Gongora zelfs uit zijn eigen huis gezet werd. Hun rivaliteit kwam ten einde, toen Gongora in 1627 stierf.
Gongora speelde als priester geen voorbeeldrol, aangezien hij nogal van kaartspelletjes en gokken hield. Dit had ook invloed op zijn werk. Hij was wel een voorbeeld voor de Generación del 27, een groep moderne dichters en schrijvers die heden ten dage nog gerespecteerd wordt.
Werken
- De un Caminante Enfermo que se Enamoro Donde fue Hospedado
- De la Brevedad Engañosa de la Vida
- A Jupiter
- A Don Francisco de Quevedo
- Señora Doña Puente Segoviana