Habsburg in Spanje
1504 - 1521
Tijdens de 16e en 17e eeuw begon de Habsburgse periode in Spanje onder Frederik III, de toenmalige keizer van het Heilige Roomse Rijk. De Habsburgse familie, die oorspronkelijk uit Oostenrijk kwam, had op dat moment alle touwtjes in handen. De bekendste regeerders zijn Karel I en Filips II van Spanje. Het gemeenschappelijke doel van de familie Habsburg was steeds hun macht uit te breiden en andere gebieden - van Amerika tot Azië - in te nemen. Ze vormden zo een groots rijk dat ruim honderd jaar stand hield en in die tijd een wereldmacht was. In de 17e eeuw ging het op politiek en cultureel gebied slecht met Spanje en verloor het land enkele belangrijke oorlogen. Karel II was de laatste Habsburgse regeerder en na zijn dood in 1700 begon de Spaanse successieoorlog.
Tijdens de Habsburgse periode werd het Iberisch Schiereiland dankzij het huwelijk van Isabella I van Castilië en Ferdinand II van Aragon voor het eerst één staat. Ferdinand II werd de alleenheerser van het Iberisch Schiereiland, toen hij het bewindstokje overnam van Isabella´s dochter, die Joanna de Waanzinnige werd genoemd. Vervolgens speelde hij een grote rol in de Oorlog van de Liga van Kamerijk. Toen hij stierf, had Frankrijk het bewind op Italië overgenomen.
Karel I volgde hem op, maar hij had het niet makkelijk. Opstandelingen probeerden voortdurend om de macht op te eisen en Johanna de Waanzinnige op de troon te plaatsen.
1521 - 1556
Karel won de slag bij Pavia, maar kon zijn leger niet betalen. Zijn Noord-Italiaanse troepen besloten daarom om Rome als betaling te nemen. Later steunde de Engelse koning Hendrik VIII Spanje in de strijd tegen Frankrijk. Hoewel Spanje werd verslagen, hielden de Engelse en Oostenrijkse troepen de Franse legermacht tegen. Toen Karel I zijn leger weer op orde had, besloot hij het Schmalkaldich Verbond, een protestantse alliantie tegen hem, op te breken, aangezien de Franse troepen verslagen waren.
1556 - 1571
Karel zorgde ervoor dat de Vrede van Cateau-Cambrésis getekend werd, waardoor Italië weer bij Spanje ging horen. Tijdens de bijbehorende festiviteiten kwam Hendrik II, de leider van Frankrijk, om het leven. Spanje kreeg aanvallen van het Ottomaanse rijk te verduren, maar door constant aan te vallen, wist men de Ottomaanse leider te doden en werd een minder ambitieus persoon als opvolger aangewezen. Spanje kwam hierdoor in een veelbelovende positie terecht, maar zat helaas weer in financiële moeilijkheden. Ze moesten overgaan op een defensief beleid om het probleem op te lossen, maar dit gaf de vijand de tijd om weer op krachten te komen. Later vond de Tachtigjarige Oorlog plaats, die heel wat problemen voor Spanje met zich meebracht.
1596 - 1626
Spanje moest aantreden tegen Engeland, Frankrijk en Nederland, maar kon wegens financiële problemen geen groots leger en geen van de benodigde voorraden betalen. Filips III was op dat moment koning van Spanje. Hij besloot, tevens wegens gezondheidsproblemen, dat het beter voor Spanje zou zijn om vrede te sluiten met Frankrijk en de troon toe te bedelen aan de rechtmatige koning. Spanje werd in die tijd getroffen door de pest, waaraan een groot deel van de bevolking bezweek. Het is dan ook verbazingwekkend dat Spanje in deze periode haar positie als wereldmacht heeft weten te behouden.
1643 - 1700
De Habsburgse periode kwam ten einde onder het bewind van Karel II, die gehandicapt en misvormd was en daardoor nooit serieus genomen werd. De slag bij Rocroi was een keerpunt voor de Spaanse regering en betekende het einde voor de ruim honderdjarige heerschappij over Spanje van de familie Habsburg.