Bourbon in Spanje
Na de dood van koning Karel II van Spanje begon een nieuwe periode in Spanje, waarin de familie Habsburg niet langer het koningschap verkreeg. Het ging op dat moment niet zo goed met Spanje, aangezien het land enkele nederlagen had geleden tegen Frankrijk en de Spaanse economie failliet dreigde te gaan door de de vele oorlogen die Spanje financierde. Opvolger van Karel II was Filips van Anjou, kleinzoon van koning Louis XIV van Frankrijk. De familie Habsburg voelde zich echter gepasseerd en weigerde zich neer te leggen bij deze beslissing, wat leidde tot de Spaanse successieoorlog en verschillende gevechten, zoals de Slag bij Blenheim. In 1713 werd de Vrede van Utrecht getekend, waarin Frankrijk en Spanje ermee instemden om zich niet te verenigen onder één koning en een groot stuk land van Spanje afgenomen werd.
1715 - 1746
Filips wist de Spaanse wetten te harmoniseren en de meeste problemen van de afgelopen jaren onder de regering van de Habsburgse familie op te lossen. Hij hield echter van een agressieve buitenlandse politiek, waardoor het land financiële verliezen leed en veel mensenlevens verloren gingen. Filips won Sardinië, een gebied dat Spanje aan Oostenrijk had moeten afstaan, terug en besloot vervolgens om ook Sicilië in te nemen, hoewel hij hiervoor tegen een viermansbondgenootschap strijden moest. Na verschillende invallen werden uiteindelijk vredesverdragen getekend en kreeg Spanje steun van Oostenrijk in de strijd tegen Groot-Brittannië, hoewel Oostenrijk deze belofte later niet nakwam.
Daarna besloot Filips om iets voorzichtiger aan te doen met het uitoefenen van zijn macht en zocht hij hulp bij bondgenoten om de positie van zijn land te beveiligen. Filips werd opgevolgd door zijn zoon Ferdinand IV, een grootmoedige heerser die gebieden, zoals Andalusië, hielp in moeilijke tijden. Ook maakte hij Frankrijk tot een bondgenoot, toen Spanje een zwakke verdediging had. Aangezien Spanje slechts beperkte hulpbronnen had, was dit een goede beslissing. Er waren echter personen die meenden dat een bondgenootschap met Groot-Brittannië en vooral hun zeemacht voordeliger zou zijn geweest. De zevenjarige oorlog begon aan het eind van deze periode.
1759 - 1788
De vrouw van koning Ferdinand stierf en een jaar later onderging hij hetzelfde lot. Zijn opvolger was Karel III, die met geweld Napels en Sicilië innam. Hij weigerde om een bondgenootschap met Groot-Brittannië te vormen. Tijdens de zevenjarige oorlog bleef hij, op aanraden van anderen, eerst neutraal, maar later begon hij Frankrijk te helpen vanwege zijn persoonlijke vete met Groot-Brittannië. Dit was geen goede beslissing en Spanje leed zware verliezen.
Het bevolkingsaantal nam in deze periode snel toe en aanpassingen binnen de verdeling van het land en de landbouw waren nodig om alles onder controle te houden. Dit ging echter niet altijd goed, zoals bij Motin de Esquilache. Als gevolg van de veranderende politiek was er een graantekort ontstaan en kwam het volk, dat hier uiteraard niet blij mee was, in opstand. De koning vluchtte het land uit, totdat de situatie weer wat bedaard was. Tijdens de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog kreeg hij een nieuwe kans om tegen Groot-Brittannië aan te treden, waarvan hij gretig gebruik maakte om gebieden die hij in de zevenjarige oorlog verloren had binnen te vallen en in te nemen.
1788 - 1808
In 1788, vlak voor het begin van de Franse Revolutie, stierf Karel III. Zijn opvolger Karel IV interesseerde zich slechts voor de jacht en liet voornamelijk zijn vrouw beslissingen omtrent staatszaken nemen. Zij had ondertussen een affaire met Manuel de Godoy, een vriend van de koning. Hoewel de koning op de hoogte was van de affaire, benoemde hij Manuel de Godoy in 1792 zelfs tot premier. Na een nieuwe oorlog tussen Spanje en Frankrijk, die eindigde met het tekenen van de Vrede van Bazel, besloot Godoy dat het beter zou zijn om een bondgenootschap te sluiten met Frankrijk. Later maakte hij gebruik van deze bondgenootschap bij het invallen van Italië. Daarna begon de Britse zeemacht de legendarische zeeslag bij Trafalgar, waarbij Spanje zware verliezen moest verduren. Napoleon stelde daarna geen vertrouwen meer in het Spaanse koninklijk huis en drong erop aan dat koning Ferdinand zou aftreden om plaats te maken voor Napoleons broer.
1808 - 1814
Toen Ferdinand door de Fransen in een hoekje werd gedreven, besloten Groot-Brittannië, Portugal en Spanje om een coalitie te vormen tegen Frankrijk. Sir Arthur Wellesley viel Spanje binnen en dwong de Franse legers om zich terug te trekken. Hij had een uitstekend moment uitgekozen om de Fransen aan te vallen, aangezien ze net druk bezig waren met een aanval op Pruisen, die helaas geen succes werd. Spanje verloor hierdoor bijna alle Amerikaanse kolonies.