Spaanse armada
Felipe II, die in de veronderstelling was dat God het katholieke Spanje eerder zou steunen dan het protestantse Engeland, wilde Engeland ten val brengen om het katholicisme te herstellen en te tonen dat Spanje de onbetwiste heerser van de zee was. Hij bouwde een ogenschijnlijk "onoverwinnelijke" vloot en gaf deze de opdracht om Engeland aan te vallen en te verslaan. Helaas was het resultaat een verpletterende nederlaag.
Achtergrond
Felipe II vond het uitermate belangrijk om het katholicisme te verdedigen tegen de christelijke rivaal, het protestantisme. De religieuze koning was dan ook helemaal niet gecharmeerd van de religieuze bewegingen in Spaans-Nederland, wat nu België en Nederland is. Spaans-Nederland neigde namelijk naar het protestantisme en dat terwijl de streng-katholieke Spaanse inquisitie in die eeuw actief was. Felipe II ontdekte dat de beroemde koningin Elizabeth I van Engeland in het geheim Spaans-Nederland steunde, waardoor het katholieke regime van het Spaanse rijk nog meer in het gedrang kwam.
Felipes tweede reden was het terugwinnen van de Spaanse overheersing op zee en daarmee tevens de handel. Hoewel Spanje na de ontdekking van Amerika ongetwijfeld het machtigste land ter wereld was, deed de ambitieuze Elizabeth I van Engeland er alles aan om de Spaanse macht te verminderen en haar eigen macht uit te breiden. Ook waren er velen, waaronder Sir Francis Drake, die helden in Engeland, maar piraten in Spanje waren, aangezien ze de Spaanse schepen onderschepten en beroofden van hun kostbare Amerikaanse lading. Het plan van Felipe II was dus om de macht in Engeland over te nemen, het katholicisme te herstellen en Spanje´s onbetwistbare machtspositie te verstevigen.
Organisatie
De grootse vloot van Spanje en Portugal, die uit 30.000 man en 130 schepen bestond en ook wel het grote Spaanse armada genoemd werd, moest samen met de legertroepen die in Spaans-Nederland gestationeerd waren, Engeland aanvallen en het plan van Felipe II tot een succesvol einde brengen. De aanval werd ruim van tevoren lang en breed verkondigt in Engeland, aangezien Felipe II en zijn raadslieden angst wilden zaaien in Engeland in de hoop dat men zich snel zou overgeven.
Het liep echter heel anders af.
De Spaanse armada was onoverwinnelijk als ze in halvemaanvormige formatie zeilde. Zeilde ze echter niet in formatie, was ze zeer kwetsbaar en daardoor ging het mis. Toen de Spaanse armada dichtbij Spaans-Nederland was, merkte men dat het water niet diep genoeg was en moesten ze verder van de kunst af voor anker gaan. Twee grote galjoenen weken hierbij echter af van de formatie en werden gevangen genomen door de Engelsen, die onder leiding stonden van de befaamde Sir Francis Drake en hun kans schoon zagen. En van toen af aan ging het steeds verder bergafwaarts.
Beide landen gaven zich niet gewonnen en hadden uiteindelijk geen munitie meer, waardoor de Spaanse armada niet meer verder kon vechten. Ze konden niet terugzeilen door het Engelse kanaal, aangezien ze niets hadden om zich te verdedigen en moesten daarom om Engeland en Ierland heenzeilen om naar huis terug te kunnen keren. De terugtocht was zwaar wegens een tekort aan voorraden, moeilijk bevaarbaar water, zware verliezen en uitputtende ziektes.
Toen de Spaanse armada eindelijk terug was in Spanje, waren slechts 67 van de 130 schepen en 10.000 van de 30.000 mannen over.