Geschiedenis van tapas
De Spaanse traditie om tapas te gaan eten, el tapeo genoemd, begon raar genoeg met lege borden. De traditie komt uit Sevilla, waar barkeepers de wijnglazen afdekten (tapar) met een klein bordje, zodat geen fruitvliegjes erin konden vliegen. Al gauw begon men plakjes ham op de bordjes te leggen om klanten te trekken. Barkeepers experimenteerden steeds meer met verschillende tapas, die bij ieder drankje kwamen, en zo verspreidde het fenomeen tapas zich over heel Spanje.
Tradities bij tapas
El tapeo is een uitstekende mogelijkheid om iets te gaan eten zonder een hele maaltijd te bestellen en aan tafel te moeten gaan zitten. Tapas kun je lekker aan de bar eten met vrienden, terwijl je met wijn of bier je dorst lest. Vervolgens ga je naar de volgende bar, probeert de tapas daar, enzovoorts. Zo kun je kletsen, van lekkere tussendoortjes genieten en heb je geen avondeten meer nodig.
Typische tapas
Vraag gerust welke tapas er zijn, aangezien de meeste barkeepers hun specialiteiten, vaak tevens de regionale specialiteiten, zullen aanraden. Iedere regio heeft zijn eigen tapasmenu en zo zullen bijvoorbeeld de beste tapas van hartje Madrid verschillen van de beste tapas aan de kust van Galicië. Je zult echter altijd enkele klassieke voorbeelden van tapas kunnen vinden.
Aangezien Spanje deel uitmaakt van het Iberisch Schiereiland, dat door water omgeven is, maken eetbare zeevissen en schaal- en schelpdieren een belangrijk onderdeel uit van de Spaanse keuken. Enkele delicatessen uit de zee zijn calamares (gebakken inktvis), gambas pil-pil (garnalen in hete knoflookolie) en boquerones (ansjovis). Andere typische tapas zijn chorizo (typisch Spaanse worst), paella (rijstgerecht), verschillende stoofschotels, jamón serrano (gerookte ham), albóndigas (gehaktballetjes) en de klassieke tortilla española (Spaanse aardappelomelet).