Technisch gesproken is een "tijd" een vorm van elk gegeven werkwoord dat ontstaat wanneer een actie plaatsvindt in verband met wanneer het werkwoord daadwerkelijk is gegeven. De eenvoudigste werkwoordsvormen zijn verleden tijd (ik ging), tegenwoodige tijd (ik ga) en toekomende tijd (ik zal gaan).
Elke tijd wordt aangeduid met het "vervoegen" van het werkwoord, dat in weze het veranderen van het werkwoord betekent, om ons te vertellen wie de actie uitvoert, wanneer de actie is uitgevoerd, en de relatie tussen het werkwoord en andere delen van de zin. Het idee is hetzelfde in het Spaans als in het Nederlands, maar werkwoord vervoegingen zijn een van de lastige stukjes van de Spaanse grammatica.
Leer meer over de eenvoudige werkwoordsvormen en hoe je ze kunt vervoegen door te klikken op de onderstaande pagina´s:
Werkwoordsvormen | Voorbeeld |
Tegenwoordige Tijd Verleden Tijd Toekomende Tijd Voorwaardelijke Wijs | Ik loop. Ik liep. Ik zal lopen. Ik zou lopen. |