De tegenwoordige tijd is de meest gebruikte tijd in het Spaans en functioneert vergelijkbaar met de Nederlandse tegenwoordige tijd. De tegenwoordige tijd wordt gebruikt om veel dingen uit te drukken; vooral, om iets te beschrijven dat of nu gebeurt (de trein vertrekt) of in de nabije toekomst (de trein vertrekt over een uur), om een algemene waarheid uit te drukken (de trein is comfortabel) of om gewoontes te uiten (Ik neem elke week de trein naar werk).
Het is ook belangrijk om in gedachten te houden dat er in het Nederlands meer manieren zijn om in de tegenwoordige tijd een actie uit te drukken dan in het Spaans. Bijvoorbeeld:
Ik drink. Ik ben aan het drinken. Ik doe een drankje. | Yo bebo. |
Spaans Tegenwoordige Tijd: -ar, -er en -ir werkwoorden
Zoals we behandeld hebben in het deel over de Spaanse werkwoorden, eindigen alle Spaanse werkwoorden op een van de volgende manieren:
- -ar (voorbeelden: amar, asar, borrar, estudiar, hablar, jugar, saltar, tomar)
- -er (beber, comer, comprender, leer, temer, vender)
- -ir (mentir, pedir, sentir, subir, vivir)
Regelmatige werkwoorden (we laten de onregelmatige werkwoorden voor later) volgen hetzelfde patroon als de andere werkwoorden met dezelfde uitgangen. De stam van het werkwoord (het deel tot aan de -ar, -er of -ir) blijft hetzelfde, terwijl de uitgangen vervangen worden afhankelijk van het onderwerp.
SPAANS TEGENWOORDIGE TIJD: WERKWOORDEN EINDIGEND OP -AR
De stam van SALTAR is "salt-" en de stam van TRABAJAR is "trabaj-". Zie hoe de uitgangen veranderen:
Onderwerp | -AR werkwoord uitgangen | SALTAR (springen) TRABAJAR (werken) |
yo (ik) | -o | salto (ik spring) trabajo (ik werk) |
tú (jij) | -as | saltas (jij springt) trabajas (jij werkt) |
él/ella (hij/zij) | -a | salta (hij/zij springt) trabaja (hij/zij werkt) |
nosotros/as (wij) | -amos | saltamos (wij springen) trabajamos (wij werken) |
vosotros/as (jullie) | -áis | saltáis (jullie springen) trabajáis (jullie springen) |
ellos/ellas (zij m.v.) | -an | saltan (zij springen) trabajan (zij werken) |
SPAANS TEGENWOORDIGE TIJD: WERKWOORDEN EINDIGEND OP -ER
De stam van COMER is "com-" en de stam van COMPRENDER is "comprend-". Zie hoe de uitgangen veranderen::
Onderwerp | -ER werkwoord uitgangen | COMER (eten) COMPRENDER (begrijpen) |
yo (ik) | -o | como (ik eet) comprendo (ik begrijp) |
tú (jij) | -es | comes (jij eet) comprendes (jij begrijpt) |
él/ella (hij/zij) | -e | come (hij/zij eet) comprende (hij/zij begrijpt) |
nosotros/as (wij) | -emos | comemos (wij eten) comprendemos (wij begrijpen) |
vosotros/as (jullie) | -éis | coméis (jullie eten) comprendéis (jullie begrijpen) |
ellos/ellas (zij m.v.) | -en | comen (zij eten) comprenden (zij begrijpen) |
SPAANS TEGENWOORDIGE TIJD: WERKWOORDEN EINDIGEND OP -IR
De stam van VIVIR is "viv-" en de stam van SUBIR is "sub-". Zie hoe de uitgangen veranderen:
Onderwerp | -IR werkwoord uitgangen | VIVIR (wonen) SUBIR (instappen) |
yo (ik) | -o | vivo (ik woon) subo (ik stap in) |
tú (jij) | -es | vives (jij woont) subes (jij stapt in) |
él/ella (hij/zij) | -e | vive (hij/zij woont) sube (hij/zij stapt in) |
nosotros/as (wij) | -imos | vivimos (wij wonen) subimos (wij stappen in) |
vosotros/as (jullie) | -ís | vivís (jullie wonen) subís (jullie stappen in) |
ellos/ellas (zij m.v.) | -en | viven (zij wonen) suben (zij stappen in) |