Lichaamsdelen in Spaans
Spaanse informatiebronnen

Het menselijk lichaam / El cuerpo humano

Zou je graag een speciaal meisje of jongen willen vertellen dat je voor hen gevallen bent, en uitleggen dat je van hun ogen en haar houd. Of wil je alleen maar aan een Spaanse arts uitleggen dat je een verstoorde maag hebt, of hem vertellen welk deel van je been pijn doet? We hebben hier al de benodigde woorden en zinnen genoemd dat je nodig zou kunnen hebben om het lichaam te beschrijven, het maakt niet uit in welke situatie dan ook. Dit zijn zeer nuttige woorden om bij de hand te hebben, dus misschien wil je ze onthouden voor het geval je het nodig mocht hebben.

Er zijn veel situaties waarin je misschien delen van je lichaam zult moeten beschrijven. Je zou met een dokter moeten praten of zoals we net besproken hebben, iemand een compliment willen geven, of je bent in de winkel op zoek naar iets in het bijzonder (een hoed voor je hoofd bijvoorbeeld, of een sieraad voor je polsen), of je zult misschien iemand die je net gezien hebt of aan het zoeken bent moeten beschrijven (wat voor kleur hun haar was, of hoe hun gelaatstrekken eruit zagen), zinnen gebruiken die lichaamdelen aanduiden (“Ik zag het met mijn eigen twee ogen”!), of woorden van het lichaam gebruiken om iets anders uit te leggen (de “voet”; van het bed, de “nek” van de fles, enzovoort). Er zijn veel manieren waarop deze woorden nuttig kunnen zijn.

Houd deze woordenschat lijst bij de “hand”, zodat je niet je “hoofd” hoeft te verliezen de volgende keer dat je over lichaamsdelen in het Spaans moet praten - je zult snel de beloningen zien, omdat het weten wat te zeggen absoluut de moeite waard is. Je zult vast al de verschillende lichaamsdelen willen weten als je voor aan langere periode naar het buitenland gaat, omdat je nooit weet of je medische problemen in de toekomst zult hebben welke je aan de dokter zou moeten uitleggen. Voorkomen is beter als genezen, dus zorg ervoor dat je deze woorden bij je houd zodat je ze kan gebruiken wanneer dat nodig is.

Hoofd
Haar
Gezicht
Oog
Wang
Neus
Mond
Lip
Tand
Kin
Romp
Nek
Borst
Rug
Maag
Arm
Schouder
Elleboog
Pols
Hand
Vinger
Nagel
Been
Heup
Dij
Knie
Kuit
Enkel
Voet

La cabeza
El pelo
La cara
El ojo
La mejilla
La nariz
La boca
El labio
El diente
La barbilla
El torso
El cuello
El pecho
La espalda
El estómago
El brazo
El hombro
El codo
La muñeca
La mano
El dedo
La uña
La pierna
La cadera
El muslo
La rodilla
El gemelo
El tobillo
El pie