Zoals iedereen in een typische relatie weet is er een groot verschil tussen horen en luisteren. Bijvoorbeeld, Jim hoort Sarah iets zeggen maar hij besluit niet naar haar verzoek, om het afval buiten te zetten, te luisteren.
Net als in het Nederlands, is er in het Spaans een verschil tussen oír(horen) en escuchar (luisteren) die vaak verward worden door studenten die Spaans als een vreemde taal aan het leren zijn.
Oír is het onwillekeurig bewust zijn van geluid, terwijl escuchar de vrijwillige inspannig is die iemand maakt om daadwerkelijk aandacht te hebben en iets of iemand die je hoort te begrijpen. Wanneer het erop neer komt, je oír met je oren terwijl je escuchar met je hersenen.
We hebben een paar nuttige voorbeelden op een rijtje gezet die je zullen helpen het verschil te onderscheiden.
Oir vs Escuchar
- Oí unas voces en la calle.
(Ik hoorde geluiden in de straat) - Escuchamos lo que decían las mujeres en la calle.
(Wij luisterden naar wat de vrouw in de straat aan het zeggen was.) - Oigo la radio pero no la estoy escuchando.
(Ik hoor de radio maar ik ben er niet naar aan het luisteren.) - ¡No te oigo!
(Ik kan je niet horen!) - ¡No te escucho!
(Ik luister niet naar je!)