Veel mensen die Spaans aan het leren zijn raken in de war of ze "preguntar" of "pedir" moeten gebruiken wanneer ze het Nederlandse werkwoord "vragen" vertalen. Het lijkt misschien dat deze twee kunnen worden verwisseld, maar in werkelijkheid worden ze gebruikt op twee verschillende manieren.
Gelukkig zijn de regels die ons vertellen welke te gebruiken vrij duidelijk. Neem een kijkje:
Wanneer "PREGUNTAR" gebruiken
- om een VRAAG te stellen, om informatie te vragen, en om te vragen over iets.
- Me pregunta cuántos años tengo. (Hij vraagt mij hoe oud ik ben.)
- Vamos a preguntarle. (We gaan het haar vragen.)
- Preguntar por su coche. (Zij vraagt over zijn auto.)
Wanneer "PEDIR" gebruiken
- om te VRAGEN VOOR iets (een object, een gunst, een service...)
- Quiero pedir su número de telefono. (Ik wil vragen voor haar telefoonnummer.)
- Voy a pedir otra cerveza. (Ik ga vragen voor een ander biertje.)
- Quiero pedirte un favor. (Ik wil je om een gunst vragen.)