Leer Spaanse Bijwoorden
Spaanse informatiebronnen

Net als in het Nederlands geven Spaanse bijwoorden ons informatie over hoe, wanneer en waar de beschreven handeling in de zin plaatsvindt. Ze kunnen de betekenis van een woord wijzigen - of het nu een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of zelfstandig naamwoord is - of zelfs een hele zin.

Spaanse Bijwoorden eindigend op "-mente"

Spaanse bijwoorden die afgeleid zijn van het zelfstandig naamwoord worden gevormd door het achtervoegsel "-mente" aan de vrouwelijke enkelvoudige vorm van het bijvoeglijk naamwoord toe te voegen. In veel gevallen is de vrouwelijke vorm hetzelfde als de mannelijke vorm; echter, als de mannelijke enkelvoudige vorm van het bijvoeglijk naamwoord op een -o eindigd, dan veranderd de -o in een -a voor dat "-mente" wordt toegevoegd. Bijvoorbeeld:

adjectief
vrouwlijke enkelvoudige vorm van het adjectief
bijwoord
lento
(langzaam)
lenta
(-o veranderd in -a)
lentamente
rápido
(snel)
rápida
(-o veranderd in -a)
rápidamente
feliz
(blij)
feliz
(geen verandering nodig)
felizmente
increíble
(ongelooflijk)
increíble
(geen verandering nodig)
increíblemente
profesional
(professioneel)
profesional
(geen verandering nodig)
profesionalmente

Spaanse Bijwoorden die niet eindigen op "-mente"

Er zijn ook Spaanse bijwoorden die niet eindigen op "-mente" en daarom apart geleerd moeten worden. Hier zijn een paar van de meest voorkomende:

ahora
Duerme ahora.
nu
Hj slaapt nu.
allí
Iré allí.
daar
Ik zal daar heen gaan.
aquí
Puedes venir aquí.
hier
Je kunt hier komen
ayer
Me visitó ayer.
gisteren
Zij bezocht me gisteren.
bastante
Canta bastante mal.
liever, nogal, voldoende
Zij zingt nogal slecht.
bien
¿Comes bien?
goed
Eet je goed?
demasiado
Conduce demasiado lento.
te, overmatig
Hij rijdt te langzaam.
hoy
Comemos hamburguesas hoy.
vandaag
Vandaag eten we hamburgers.
mal
El coche corre mal.
slecht
De auto loopt slecht.
mañana
Vamos de viaje mañana.
morgen
Morgen gaan we op reis.
muy
Sabe muy bien.
heel
Het smaakt heel goed.
nunca
No vamos nunca.
nooit
We gaan nooit.
poco
Habla poco.
een beetje, "un-" of "-in", niet heel
Hij praat een beetje.
siempre
Estoy siempre ocupado.
altijd
Ik ben altijd bezig.
tan
Es tan guapa.
zo
Zij is zo knap

Soorten Bijwoorden in het Spaans

Er zijn verschillende soorten bijwoorden die ons helpen om in meer detail de omstandigheid van een handeling of process te begrijpen - hoe, wanneer, waar en hoe veel.

Zinnen hebben geen bijwoorden nodig om juist te zijn, maar laten we zo zeggen: het is zowel interessanter en informatiever om te horen "De kat dook onverwacht" dan gewoon "De kat dook".

1. Bijwoorden van wijze

Bijwoorden van wijze zijn de meest voorkomende bijwoorden in het Spaans. Ze helpen ons te begrijpen hoe, of op welke manier, iets is gedaan. In het Spaans volgen de bijwoorden het werkwoord dat ze wijzigen. Bijvoorbeeld:

Spaans
Nederlands
Se besan cariñosamente. Ze kussen elkaar liefdevol.
El perro corre rápidamenteDe hond rent snel.
Conduce mal. Zij rijdt slecht.
Leo lentamente. Ik lees langzaam.
Mi novio me llama mucho. Mijn vriend belt me vaak.

2. Bijwoorden van graad

Deze categorie bevat Spaanse bijwoorden zoals "muy" (heel), "más" (meer) en "poco" (beetje). Over het algemeen komen deze bijwoorden vóór het werkwoord dat ze wijzigen. Bijvoorbeeld:

Spaans
Nederlands
Está muy feliz. Hij is heel blij.
Es bastante guapo. Hij is behoorlijk knap.
Es más inteligente. Zij is meer intelligent.
Anda demasiado rápido. Hij loopt te snel.

3. "Standpunt" bijwoorden

De bijwoorden bekend als "standpunt" bijwoorden kun een hele zin beïnvloeden, en zoals de naam al zegt, geven een mening of standpunt. Over het algemeen komen deze bijwoorden aan het begin van de zin, maar dat is niet altijd het geval. Bijvoorbeeld:

Spaans
Nederlands
Personalmente, prefiero ir al cine. Persoonlijk, ga ik liever naar de film.
Quizás quiera ir a cenar. Misschien wil hij uit eten gaan
Evidentemente te quiere. Zij houd duidelijk van je.

4. Bijwoorden van tijd

Net zoals bijwoorden van wijze vertellen HOE iets gebeurd, vertellen bijwoorden van tijd WANNEER. Vaak, maar niet altijd, komt dit bijwoord na het werkwoord dat het wijzigt. Bijvoorbeeld:

Spaans
Nederlands
Mañana iremos a la playa. Morgen gaan we naar het strand.
Te llamo más tarde. Ik zal je later bellen.
Fuimos al cine ayer. Gisteren zijn we naar de bioscoop geweest
Ya me lo dijo. Hij heeft het me al verteld.
No usa ordenadores nunca. Zij gebruikt nooit computers.
Suelo cenar pronto. Ik heb de neiging om vroeg te eten.

5. Bijwoorden van plaats

Bijwoorden van plaats, zoals de naam zegt, geven ons informatie over WAAR een handeling plaatsvindt. Of het nou voor of na het werkwoord dat het wijzigt staat, het is belangrijk dat bijwoorden van plaats dicht bij het gewijzigde werkwoord in de zin staan. Deze bijwoorden kunnen verwarrend zijn, omdat veel bijwoorden van plaats ook gebruikt kunnen worden als voorzetsels of voornaamwoorden. Bijvoorbeeld:

Spaans
Nederlands
Mi habitación está arriba. Mijn kamer is boven.
Te veré allí. Ik zal je daar zien
Vive lejos de mí. Hij woont ver van mij.
Estoy enfrente de tu casa. Ik ben voor je huis
Está dentro de la caja. Het is binnenin de doos.