De Nederlandse taal spoort ons aan zich te onthouden van het gebruik van de lijdende vorm en in plaats daarvan wordt de bedrijvende vorm gebruikt. Zie het verschil:
- Bedrijvende vorm: Het beste team wint het spel.
- Lijdende vorm: Het spel is gewonnen door het beste team.
In Spaans is de lijdende vorm gebruikelijk en aanvaardbaar, zowel mondeling als schriftelijk. Er zijn een paar verschillende manieren om de Spaanse lijdende vorm uit te drukken; blijf lezen om er alles over te leren!
SER + VOLTOOID DEELWOORD
De opbouw van de eerste - en eenvoudigste - vorm van de Spaanse lijdende vorm is vrijwel hetzelfde als in het Nederlands; het object of de persoon die de uitgedrukte handeling van het werkwoord ontvangt wordt gevolgd door een vorm van het werkwoord ser en een voltooid deelwoord. Als de persoon of het voorwerp die de actie van het werkwoord uitvoerd wordt vermeld, dan volgt het voorzetsel por.
Houd in gedachten dat het werkwoord ser vervoegd moet worden om overeen te komen met het voorafgaande onderwerp en dat het voltooid deelwoord moet overeenkomen in geslacht en aantal dat door het zelfstandig naamwoord word gewijzigt.
- La carrera es ganada por el caballo más rápido.
(De race is gewonnen door het snelste paard.) - Estos libros fueron escritos por mi autor favorito.
(Deze boeken zijn geschreven door mijn favoriete auteur.)
SE
Het tweede soort van de lijdende vorm is een beetje lastiger te beheersen voor Nederlands sprekenden, gezien het feit dat de Nederlandse taal geen directe equivalent hiervoor heeft. Deze lijdende vorm, hoewel het gebruikt kan worden wanneer er verwezen wordt naar een specifiek onderwerp of groep, wordt gewoonlijk toegepast om te generaliseren. Dit soort zinnen drukken het idee uit dat "zij doen iets", "jij (in het algemeen) doet iets", "mensen doen iets" of "men doet iets". Bijvoorbeeld:
Houd in gedachten dat het werkwoord wordt vervoegd in de derde persoon enkelvoud (él, ella, usted) of meervoud (ellos, ellas, ustedes) afhankelijk van het zelfstandig naamwoord dat er na komt. In de eerste zin hieronder, bijvoorbeeld, omdat los perros meervoud is, het werkwoord permitir is vervoegd in de derde persoon meervoud: se permiten. In het laatste voorbeeld, aan andere kant, ropa de hombre is enkelvoud, dus vender is vervoegd in de derde persoon enkelvoud: se vende.
- No se permiten los perros en el hotel.
(Honden zijn niet toegestaan in het hotel.) - Se alquilan pisos en este edifico.
(Ze huren appartementen in dit gebouw/Er zijn appartementen te huur in dit gebouw/ Appartementen worden in dit gebouw gehuurd.) - En esta oficina se come a las 14:30.
(In dit kantoor eten mensen om 14:30/In dit kantoor eet men om 14:30) - Se vende ropa de hombre en esta tienda.
(Herenkleding wordt verkocht in deze winkel.)
HAY QUE
Deze Spaanse zinsbouw heeft geen directe Nederlandse equivalent, is hoogst idiomatic en wordt ruwweg vertaald met "Men moet... " De constructie is:
hay + que + infinitief werkwoord
- Hay + que + estudiar mucho para sacar buenas notas.
(Men moet veel studeren om goede cijfers te halen.) - Hay + que + hacer ejercicio y comer bien.
(Men dient veel oefeningen te doen en goed te eten.) - Hay + que + ser optimista en situaciones difíciles.
(Men moet optimistisch zijn in moeilijke situaties.)